Sanakirja
Tekoälykääntäjä

Synonyymit

Ääntäminen

  • Ääntäminen:
    • IPA: /ɣaːn/
  • Ääntäminen
Käännös
1.
2.
3.
reise {m}
4.
5.
fare {c}

Esimerkit

  • Ik ga naar het strand. — I'm going to the beach.
  • Die auto gaat nergens naartoe. — That car isn't going anywhere.
  • Morgen gaan ze weer. — They're leaving again tomorrow.
  • Deze weg gaat helemaal naar Limburg. — This road goes all the way to Limburg.
  • Dat ging goed. — That went well.
  • Hoe gaat het? — How is it going?
  • Dat gaat niet. — That won't work.
  • Het gaat toch niet werken. — It will not work anyway.
  • Note: zullen is also used for the future tense, instead of gaan.
  • De zon gaat weer schijnen. — The sun is starting to shine again.
  • Ik ga slapen. — I'm going to sleep.
  • Het gaat zo regenen. — It's going to start raining soon.

Luokat